maandag 9 november 2009

Het AQUARIUSTIJDPERK (Watermantijdperk)

Christus als de Voorbode van het Aquarius-Tijdperk

(Uit het Boek: ‘de Wederkomst v.d. Christus’ van Alice A. Bailey en Mr. D.K., blz. 78 e.v.)

Mensen zijn zeer geneigd het feit over het hoofd te zien, dat Christus- alhoewel Hij Zijn functie als Leraar en geestelijke Leider der mensheid erkende gedurende het tijdperk, dat zo snel bezig is ten einde te lopen – ook het werk erkende, dat Hij doen zou, wanneer dat tijdperk eindigde en de nieuwe astrologische cyclus zou intreden.

De doorsnee Christen weet merkwaardig weinig van de tijden en kringlopen, waardoor onze planeet gaat onder de invloed van de zonne-progressie. De momenteel twijfelachtige wetenschap der astrologie heeft de rechtmatige belangstelling, die de mensheid heeft voor astronomisch onderricht, en de geestelijke vertolking ervan wat betreft de gang der zon door de dierenriemtekens, op een dwaalspoor geleid. Toch wordt in het Nieuwe Testament dat besef duidelijk aan de dag gelegd en wordt het gehele Evangelie-verhaal erdoor gekleurd. Ook in Het Oude Testament vindt men het. Wat was de zonde van de Kinderen Israëls in de woestijn anders dan een terugvallen tot de oude Mithra-eredienst, waardoor de tijd werd gekenmerkt, toen de zon “in het teken Taurus, de Stier”, stond, zoals dat technisch wordt genoemd? Zij vielen neder en aanbaden het gouden kalf en vergaten de nieuwe leer van het tijdperk van Ariës, de Ram, waarin zij kwamen, de leer van de zondebok, waardoor de Joodse geschiedenis wordt gekleurd.

Het feit dat Christus de Leraar was van de nieuwe periode, waarin de zon kwam, de periode van Pisces (Vissen), is vergeten, maar de duidelijke bewijzen ervoor zijn te vinden in de vis-symboliek, die men voortdurend door alle vier Evangeliën heen aantreft. Het symbool van de Vis is het astrologische symbool voor het teken Pisces en is dat sedert onheugelijke tijden geweest. Maar Christus keek ook vooruit, naar het werk, dat Hij in het Aquariustijdperk te doen zou hebben, het volgende teken, waartoe de zon in zou gaan. Vóór Zijn ‘verdwijning' zinspeelde Hij op het symbool van het Aquariustijdperk en op de taak, die Hij dan zou vervullen. Met Zijn twaalf discipelen ensceneerde Hij een dramatische episode, die het werk samenvatte, dat Hij later op Zich zou nemen, wanneer de tweeduizend jaar van het Pisces-Tijdperk voorbij zouden zijn. Hij zeide Zijn discipelen naar de stad te gaan, waar zij een mens zouden ontmoeten, dragende een kruik water. Zij moesten hem volgen naar de opperzaal en daar het communiefeest (Pascha) bereiden, waaraan Hij en zij zouden deelnemen. (Lucas XXII, 10.)

Dit deden zij en het laatste avondmaal had plaats. Het oude symbool voor het teken Aquarius (waar onze zon nu in komt) is dat van de Waterdrager, de mens met een kruik water. Dat de zon naar het teken Aquarius overgaat, is een astronomisch feit waarvan ieder zich kan overtuigen door naar het een of ander observatorium te schrijven, het is geen astrologische voorspelling. Het grootgeestelijke dat in dit tijdperk tot stand zal komen, en de evolutie-gebeurtenis, zal zijn dat tussen alle volkeren gemeenschap en menselijke verhoudingen zullen worden ingesteld, waardoor alle mensen ter wereld in staat zullen worden gesteld samen aan te zitten in de Tegenwoordigheid van de Christus en het ‘brood en de wijn’ (symbolen van voedsel) te delen.

Dit delen, dat op het stoffelijk gebied begint, zal evenzo blijken op te gaan voor alle menselijke verhoudingen, en dit zal het grote geschenk zijn, dat het Aquarius-Tijdperk aan de mensheid brengt.

Dit is door de Kerk genegeerd, en toch kunnen haar geestelijken het feit niet wegredeneren, dat de Joden in het gouden kalf blijk gaven van hun voorliefde voor de uit het Taurus-tijdperk stammende Stier-aanbidding, dat de Joodse Godsbeschikking het symbool van de zondebok of de ram gebruikte in het tijdperk van Ariës, de Ram, en dat de Christen in het Pisces-Tijdperk, het Christelijk tijdperk, het accent legde op de Vis.

De Christus kwam om een eind te maken aan de Joodse Godsbeschikking, die haar hoogtepunt had moeten vinden en als godsdienst had moeten verdwijnen, toen de zon uit Ariës (Ram) overging naar Pisces (Vissen). Daarom stelde Hij Zich hun voor als hun Messias, Die Zich door het Joodse ras manifesteerde. Door de Christus als Messias te verwerpen, is het Joodse ras symbolisch en praktisch in het teken Ariës, de Zondebok, blijven staan. Zij moeten – alweer symbolisch gesproken- overgaan tot het teken Pisces, de Vissen, en hun Messias herkennen, wanneer Hij terugkeert in het teken Aquarius (Waterman). Anders zullen zij hun oude zonde herhalen van geen gehoor geven aan de vooruitgang der evolutie.

In de woestijn verwierpen zij datgene, wat nieuw en geestelijk was. Zij deden dat opnieuw, twee duizend jaar geleden in Palestina. Zullen zij het nogmaals doen, wanneer hun een kans wordt geboden? Wat de Jood betreft is de moeilijkheid, dat hij tevreden blijft met een godsdienst van bijna vijfduizend jaar geleden en dat hij weinig zin toont te veranderen.

Christus voorzag de intrede van het Aquarius-Tijdperk en herleidde die voor ons tot een beeldende vorm en legde aldus voor ons – door de eeuwen heen – een profetische episode vast, waarvan de vertolking alleen in onze tijd en eeuw aangetoond kan worden. Astronomisch zijn we nog niet ten volle binnen de invloedsfeer van Aquarius werkzaam, wij komen nog maar net uit de Pisces-invloed, en de volledige inwerking der energieën, die door Aquarius zullen vrijgelaten worden, is nog niet gevoeld.

Toch brengt ieder jaar ons dichterbij het centrum van macht, welks voornaamste uitwerking zal zijn, dat ’s mensen essentiele eenheid en de processen van samen delen en samen werken zullen worden erkend, dat de nieuwe wereldgodsdienst zal ontstaan, waarvan de grondtoon universeelheid en inwijding zal zijn. Indien het woord inwijding, “initiatie”, het proces betekent van “ingaan tot “, dan is het heden werkelijk waar, dat de mensheid een waarachtige inwijding ondergaat, nu zij het nieuwe Aquariustijdperk ingaat.

Zij zal dan blootgesteld worden aan die energieën en krachten die slagbomen van afgescheidenheid zullen neerhalen, en die het bewustzijn van alle mensen zullen vermengen en doen ineensmelten tot die eenheid, die kenmerk is van het Christusbewustzijn.

In juni 1945, ten tijde van de volle maan (welke dag van zoveel betekenis is in de geestelijke ervaring van de Christus), nam Hij definitief en bewust Zijn plichten en verantwoordelijkheden op Zich als Leraar en Leider voor de Aquarius-Zonnecyclus. Hij is de eerste grote Wereldleraar, die gedurende twee dierenriem-cyclussen – die van Pisces en die van Aquarius- achtereen aanblijft. Dit is een bewering, die gemakkelijk gesteld en neergeschreven wordt, maar die ook de drie methoden of technieken van verschijnen in zich sluit en geestelijke vitaliteit (vermeerderd met de energieën van de Geest van Vrede, de Avatar van Synthese en de Boeddha) werden opnieuw gericht, en tot een grote stroom gekanaliseerd, en tot uitdrukking getrokken door de woorden van de Aanroep: “Laat Liefde in aller mensen harten stromen*…Laat Licht en Liefde en Kracht het Plan op Aard’ herstellen.”

* “Strome Liefde in de harten van de mensen…” (moderne versie van de Grote Aanroep).

Met deze drie woorden – Licht, Liefde en Kracht – worden de energieën van Zijn drie medewerkers beschreven, de grote Driehoek van Kracht, die achter Hem staat: de energie van de Boeddha: Licht – want het licht komt altijd uit het Oosten; de energie van de Geest van Vrede: Liefde, die juiste menselijke verhoudingen schept; de energie van de Avatar van Synthese; Kracht, die zowel liefde als licht bewerktuigd. In het middelpunt van deze Driehoek nam de Christus Zijn standplaats, uit dat punt begon Zijn Aquariuswerk en zal tweeduizend vijfhonderd jaar duren. Zo luidde Hij het nieuwe tijdperk in en op de innerlijke geestelijke gebieden begon de nieuwe wereldgodsdienst vorm aan te nemen. Het woord ”religie” heeft te maken met verband, verhouding, en het tijdperk van juiste menselijke verhoudingen en van een juiste verhouding ten opzichte van het Koninkrijk Gods nam een aanvang. Een bewering als deze wordt gemakkelijk gedaan, maar alles, wat ermee gemoeid is, heeft verstrekkende en geweldige gevolgen.

Op dat tijdstip nam de Christus ook twee nieuwe functies op zich: de een houdt verband met de tweede modus van Zijn stoffelijke verschijning en de andere met de wijze van overschaduwing. Over de massa’s worden licht, liefde en kracht uitgestort en dus wordt het Christus-bewustzijn doorlopend tot groei gestimuleerd. Door Zijn lichamelijke Aanwezigheid zal Hij “de Uitdeler van het Water des Levens” worden; door diegenen die gevoelig zijn voor Zijn indruk en Zijn gericht Denkvermogen te overschaduwen, wordt Hij – zoals het technisch genoemd- “Hij, Die de Kleinen grootbrengt” (of voedt).

Als Uitdeler van het Water des Levens en als Degeen, die de kleinen grootbrengt, begint Hij Zijn plichten in het Aquarius Tijdperk, terwijl Hij als het middelpunt van de bovengenoemde Driehoek de juiste verhoudingen in de massa beïnvloedt, verlicht en tot stand brengt. In het komende tijdperk zal Hij dus bekend staan als:

1. Het Punt binnen de Driehoek.
2. De Uitdeler van het Water des Levens.
3. Degeen, Die de Kleinen grootbrengt.

Dit zijn de omschrijvingen van Zijn drieërlei plicht ten opzichte van de mensheid en van het werk, dat – door het gehele AquariusTijdperk heen- kenmerkend zal zijn voor Zijn werelddienst.

(blz. 84/85) Als Een Uitdeler van het Water des Levens is Zijn werk zeer mysterieus en helemaal niet gemakkelijk te begrijpen. In Zijn openbare werk, tweeduizend jaar geleden, zeide Hij: “Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben en overvloed hebben.”(Joh. X,10) Het Levens-Aspect drukt zich – van het gezichtpunt van Christus- op drie wijzen uit:

1. Als stoffelijk leven, dat de lichaamscellen voedt. Dit leven wordt, als het centrale punt levend lucht, binnen ieder substantie-atoom aangetroffen.

2. Als levend-zijn, gezien als liefde en licht in het hart. Wanneer dit leven-zijn aanwezig is en zich uitdrukt, wordt het menselijk atoom een deel der geestelijke Hiërarchie.

3. Als overvloedig leven. Dit leven kan gekend worden als licht, liefde en macht in en boven het hoofd van de discipel van Christus. Dit overvloedig leven stelt hem niet alleen in staat met de mensheid en de geestelijke Hiërarchie samen te werken, maar ook met Shamballa zelf – het levenscentrum in puurste essentie.

Christus kan putten uit de energieën, die omschreven worden door de zin “Overvloedig leven”, omdat zij in het Aquariustijdperk op nieuwe en dynamische wijze de nieuwe energieën zullen vrijlaten, die nodig zijn om herstel en opstanding teweeg te brengen. Deze nieuwe energie is de “bewerktuigelijke kracht van universaliteit” en heeft met de toekomst te maken. Deze instroming van Aquariusenergie is een van de factoren, die de Christus in staat zal stellen Zijn taak als Wereld-Verlosser en Wereld-Leraar te voltooien. Het was teneinde Zijn taak als Verdeler, Grootbrenger en Uitdeler definitief te kunnen vervullen, dat Hij in juni 1945 de gelofte deed en Zijn verantwoordingen als Voorbode en Leraar van het Aquarius-Tijdperk op Zich nam.

Blz. 86/87. Gedurende het Vissen-Tijdperk was het Christus werk de mensheid te verbinden met de Hiërarchie der planeet. In het Aquariustijdperk zal Zijn werk zijn deze snel groeiende groep te verbinden met dat hogere centrum, waar men de Vader in contact komt, waar erkenning van het zoonschap verleend wordt en waar het goddelijk doel gekend worden. Door het aanstaande werk van Christus zullen de drie Goddelijke aspecten, die door alle wereldgodsdiensten (het Christendom inbegrepen) erkend worden – intelligentie of het Universele Denkvermogen, Liefde en Wil – bewust in het mensdom worden ontwikkeld. De mensheid, de geestelijke Hiërarchie en het “centrum waar Gods Wil gekend wordt” zullen tot een opener en algemener betrekking met elkaar worden gebracht.

***